Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse gewest
6 maart 2012
De Lijn geeft de waarborg dat er niet zal overgegaan worden tot ontslagen van personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur om het besparingsplan 2012 te realiseren en dat anderzijds de afspraken van de cao’s, de personeelsreglementering en de lokale afspraken verder zullen worden nagekomen.
Hoewel De Lijn geen contractuele verplichting heeft om het aantal prestaties met toeslagen te garanderen, wordt het gemiddeld inkomen gegarandeerd van de personeelsleden met weekendprestaties in dienst uiterlijk op de dag van het afsluiten van onderhavige cao met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur ingevolge de besparingsmaatregelen die in 2012 worden doorgevoerd in de exploitatie, en dit uitsluitend door het laten leveren van prestaties.
Indien voornoemde prestaties niet voldoende zouden zijn, zullen ten uitzonderlijke titel prestaties worden bijgemaakt die ten nutte kunnen gemaakt worden voor het bedrijf.
Het te garanderen inkomen zal worden gebaseerd enerzijds op de conventionele arbeidsduur en anderzijds gemiddeld op basis van het aantal gepresteerde uren op weekend met inbegrip van de respectievelijke toeslagen voor zaterdag en zondag in het jaar 2011.
Het te garanderen inkomen voor 2012 wordt berekend op basis van dezelfde maanden van 2011 als de maanden van 2012 na ingang van de besparingsmaatregelen. Voor 2013 en 2014 wordt de berekening gemaakt op basis van het volledige jaar 2011.
Het te garanderen inkomen kan worden herzien wanneer zich voor betrokkene belangrijke wijzigingen voordeden. Bijvoorbeeld een chauffeur die vanaf september 2011 weekendprestaties is beginnen uitvoeren en voordien niet, krijgt de inkomensgarantie op basis hiervan voor het volledige jaar.
Omgekeerd zal een chauffeur die vanaf september 2011 vrijwillig afstand deed van weekendprestaties, geen inkomensgarantie hebben op weekendprestaties.
Met betrekking tot de organisatie van het werk zal de toewijzing van werkplaats en werkregime gebeuren met voorrang van vrijwilligheid en voorts met inachtname van het principe van billijkheid en met respect voor de lokale afspraken.
Wanneer bij de uitvoering van het besparingsplan 2012 wordt vastgesteld dat de afspraken rond garanties en werkwijzen, alsook de lokale afspraken, niet worden nageleefd, kan de gewestelijke secretaris beroep aantekenen bij de directeur van de betrokken entiteit. Van dit beroep zal de secretaris de directeur-generaal en de nationale secretaris onmiddellijk in kennis stellen.
De behandeling van het beroep dient plaats te vinden uiterlijk vijf werkdagen na kennisgeving, tenzij door beide partijen anders wordt bedongen.
Het overleg en de uitvoering met betrekking tot de betwisting worden tot na behandeling van het beroep door de directeur van de entiteit opgeschort, tenzij door partijen anders bedongen.
De partijen verbinden zich ertoe de bestaande afspraken met betrekking tot de sociale vrede te eerbiedigen.
Bovenstaande garanties en werkwijzen met betrekking tot de effecten van het voornoemde besparingsplan 2012 zijn geldig tot 31 december 2014.
Mechelen, 6 maart 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten